Blog 6: Cultuur snuiven

Hallo allemaal,

 

Korte versie: Ik ben de stad Gao in geweest. Rondrijden door de buitenwijken, de markt, pepernoten uitgedeeld bij de school, Askia moskee (UNESCO werelderfgoed), kunstmarkt, de haven, etc. Wat een beleving.

Lange versie:

Hoe gaat het in Nederland? Begint het al koud te worden? Hier wel. Het is nog maar 37 graden…

Voor het eerst in al mijn uitzendingen mocht het nu eindelijk: de poort uit. Mali is een stuk veiliger dan Afghanistan en de mensen zijn super vriendelijk. Gewapend met een Camelbak vol water en een zak pepernoten om uit te delen, reed ik samen met een paar collega’s in militaire Jeeps de hoofdpoort uit. Natuurlijk hadden we wel wapens bij ons voor zelfbescherming, maar die droegen we onder onze kleding, zodat we vriendelijk overkwamen op de bevolking.

Gao is een grote stad voor Malinese begrippen. We reden door de buitenwijken en zagen veel lemen rechthoekige zandkleurige huizen, met soms wat nomaden tenten ertussen. Veelal was het een puinzooi op straat van afval en uitwerpselen. Er ligt zelfs een open riool is in het centrum. Toch hebben we ook hele mooie kanten van Gao gezien. Toen we bovenop de Askia moskee stonden, konden we zien hoe groen het gebied rond de rivier de Niger is en hoe de roodkleurige zandduinen daarachter opdoemen. Het was fantastisch dit allemaal te kunnen aanschouwen vanaf de grond. Vanuit de lucht is het zo anders. Alles is zo klein of komt als een flits voorbij, terwijl je aandacht nodig is voor vliegzaken. Nu was het stil en zagen we hoe het echte leven eraan toe ging.

Bij een schooltje kwamen de kinderen al snel naar ons toe. Ze kwamen meteen handjes geven en contact zoeken. Ik had van mijn moeder een grote zak pepernoten gekregen via de post en die had ik meegenomen om uit te delen. Nou, dat heb ik geweten! Het begon zo schattig. De kindjes waren helemaal blij en hielden hun handjes op. Al snel had de rest ook door dat er iets lekkers te krijgen was. Voor ik het wist had ik een grote groep kindjes om me heen die zo aan het dringen waren dat sommige kleintjes vertrapt werden. Ik probeerde ze nog rustig te krijgen, maar er was geen houden meer aan. In het begin probeerde ik nog juist die kleine en stille kindjes wat te geven, maar ook dat ging op een gegevenmoment niet meer. Ik was blij toen de zak leeg was en het weer rustig was. De drukknopen van mijn jasje waren zelfs losgegaan van het getrek. Snel voelde ik naar mijn wapen en naar mijn zakken. Alles zat er nog netjes. Ondanks dat het op een gegeven moment niet meer leuk was, had ik een grijns van oor tot oor. Wat een belevenis! Wat een prachtige attractie in het pretpark van mijn leven.

Op de markt voelde ik me even echt tussen de Malinezen. Ik wilde graag een Touareq tulband en die heb ik gevonden. Je moet hier wel hard afdingen, anders betaal je echt te veel. Meestal kocht ik iets uiteindelijk voor een derde van de prijs.

Bij de haven konden we de Niger van dichtbij aanschouwen. Het was mijn favoriete stuk om laag te vliegen. Helaas is de commandant er minder blij mee, aangezien er al een paar keer een vogel is geraakt door collega’s. Nu van dichtbij konden we mooi de rijstvelden zien en de slanke bootjes die ze met een lange stok voortduwen.

Wat me verder opviel is dat Mali een mix is van oud&nieuw. Er wordt veel gebruik gemaakt van ouderwetse karretjes met een ezel ervoor. Daarnaast zie je echter ook mensen met mobieltjes, lantarenpalen met een zonnepaneeltje, scooters en motoren, Coca-Cola en een enkele luxe auto. Een andere tegenstelling zijn de sporen van oorlog. Soms zie je prachtige compounds met palmbomen in de tuin en soms zie je gebouwen waar de kogelgaten nog in zitten. Soms zie je spelende kinderen en soms zie je militaire checkpoints en patrouilles. Het leven gaat door en de militairen proberen dat zo te houden.

Eenmaal terug op kamp Castor moest ik echt even bijkomen. Alle nieuwe indrukken, gecombineerd met de hitte (we moesten jasje aan) en het lopen, waren best vermoeiend. Ik had het er graag voor over. Ik had het voor geen goud willen missen. Dit zou zomaar eens het hoogte punt van mijn uitzending kunnen zijn geweest. Tijdens mijn uitzendingen naar Afghanistan vroeg ik al om de poort uit te mogen, voor Mali vroeg ik het voor deze uitzending en toen het eindelijk mocht was ik de eerste deelnemer. Sommige collega’s snappen daar niets van. Hoe klein het risico ook is, er is altijd een kans dat er toch iets gebeurt. Sommigen blijven daarom liever veilig op het kamp. Ook een optie, maar niet voor mij. Ik wil leven en daar mag best een klein risico aan vast zitten. Ik geniet van het terugkijken van de foto’s en van de herinneringen. Dit zal me altijd bijblijven. Ik kan nu tenminste zeggen dat ik echt in Mali ben geweest!

Hartelijke groet uit Mali,

 

Peter

 

P.s. De prachtige foto’s zijn gemaakt door een collega. Ik ben hem dankbaar voor deze prachtige herinneringen. 

05-11-2014

Snel bladeren: vorige blog / volgende blog